In augustus 2001 waren Lenie en ik op het prachtige Griekse eiland Santorini. Wonderschone witte dorpjes zijn tegen de vrij steile vulkaanwand gebouwd. Mooie wandelingen hebben wij op dit eiland gemaakt, en ontelbare traptreden hebben wij op- en afgelopen. Aan het eind van de middag waren wij in het mooie noordelijke dorpje Oia aangekomen. De dag daarna hebben wij heerlijk genoten van de stralende zon, onze rust, een lekker hapje en het wonderschone uitzicht in de vulkaankrater, met in de verte en diepte drijvende bootjes in een wazig sereen licht. Op een gegeven moment, puur uit baldadigheid pakte ik het laken van bed en sloeg dit zoals op de foto om mij heen en liep naar Leentje die in de zonnewarmte lag te sluimeren. ‘Ha haha, je bent gek, mafketel’ zei Leentje lachend. Ik stond nog geen minuut buiten, of er liepen ongeveer, een dikke zeven meter, schuin boven ons, over een pad een groep Japanners. Bleek uitziende vrouwen, gehuld in prachtig ogende kleding, en schuilend onder hun parapluutjes, keken omlaag en zagen tot hun verbazing mij lopen, terwijl ik eerbieding en onderdanig, zoals ik op de karateschool had geleerd met mijn hoofd herhaaldelijk naar hun knikte. Binnen de kortste keren hoorde wij verschillende fotocamera’s klikken. Of zij dachten dat ik een sjeik, of een gestoorde was, daar ben ik nooit achter gekomen. Ikzelf hou het maar bij het eerste. Leentje proestte het uit van het lachen en ging snel naar binnen, terwijl ik onderdanig voor de groep Japanners bleef hoofdknikken. Maar zoals zo vaak hadden de Japanners weinig tijd, waarschijnlijk hadden zij een strak vakantieschema. Druk pratend, en nog een aantal malen achteromkijkend liepen zij achter hun gids, verder het mooie witte stadje in, richting de molen, waar ’s avonds wonderschoon de zon in de zee wegzakt. Een ongelooflijk moment, en onvergetelijk mooi. m.v.g. Gerrit.
willem
Ik weet nu zeker dat griekse vrouwen een snor hebben ??