Even een klein verhaaltje tussendoor. Tijdens mijn fietstochten fietste ik wel eens door Naarden-Vesting richting het Naardermeer en omgeving. Een mooie omgeving en een mooi oud vestingstadje, en zeker het bezoeken waard als je hier eens in de buurt mocht zijn. Op de fiets zwalkte ik een beetje door wat straatjes van de oude stad. Hé, in de Kloosterstraat zag ik een tweedehandsboekenzaak. Mijn hart als boekenworm begon sneller te kloppen, en ik dacht’ daar ga ik niet zomaar aan voorbij, even binnen kijken’ ondanks dat mijn boekenkamer uitpuil van de boeken, maar ja…., een boekenjunk hé. Van dat gevoel kom je nooit meer vanaf, als je dat al zou willen. Maar goed. In de etalage lag een variatie van diverse soms door de zonlicht kromgetrokken boeken. Ik stapte het aan de linkerzijde van de etalage gelegen toegangsdeur naar binnen. Een belletje rinkelde schel met een rammelende valse nagalm. In het kleine halletje net achter de deur, die nog maar gedeeltelijk open kon lagen stapels boeken en andere spullen. Rechts was de ingang naar de eigenlijke boekhandel van Hendrik Poolman de eigenaar van het antiquariaat / boekhandel. Ik zag niemand alléén een poes die zich op met moment dat ik binnenkwam in mijn ogen met een gevaarlijke kromming in zijn rug uitrekte en langdurig gaapte. Het ging goed met de kattenrug en het dier ging zitten op de stapel boeken en sloeg zijn staart voor zijn voorpoten miauwde en staarde mij afwachtend aan. Er gebeurde verder niets, en ik dacht ik wacht wel tot er iemand komt. Maar na een kleine minuut hoorde ik in de rechterhoek wat gekuch achter een geknikte hoge boekenkast die het zicht van hetgeen daarachter was belemmerde. ‘Jaaaa … kom maar even hier naar toe’ riep een door jarenlang roken krassende stem. Achter de hoge boekenkast zat een man met van boven opengeslagen overhemd. Op zijn enigszins schuinstaande neus waren een paar lange littekens te zien. Zijn hoofdharen waren naar achter gekamd of met de hand in een zo goed mogelijk model geschoven, en een donker half grijs baardje sierde zijn kin. In zijn rechterhand hield hij een zelf gedraaid half vochtig peukje waaruit traag een grijs rooksliertje naar boven kronkelde. Ik gaf aan dat ik graag in de stapels boeken wilde kijken. Voor de man kon antwoorden kreeg hij een stevige hoestbui die ik al staand tussen de stapels boeken maar afwachtte. ‘Ja ik moet eigenlijk stoppen met dat roken, het is niet goed voor mij, zeker tussen al die stoffige boeken, maar ja een mens wil wat’ zei Hendrik een trekje van zijn laatste peukrestje nemend. De uit zijn slapie ontwaakte poes was via de opgestapelde boeken mijn richting uit gekomen en probeerde door mijn onderarm kopjes te geven mijn aandacht te trekken. Ik ben die middag een uur of zo gaan snuffelen in de stapels boeken. In de loop der jaren als ik hier in de buurt was, alléén of met Leentje gingen wij vaak even bij Hendrik kijken. Soms zei hij lange tijden niets, maar hij kon ook een heel gezellige prater zijn, met belangstelling voor velerlei dingen. Wat een mooie boeken heb ik bij hem gekocht, bijna altijd voor verhoudingsgewijs weinig geld. Mooie oude boeken uit omstreeks 1880 “Van de aarde en haar volkeren waarin geweldig mooie gravures staan, en o.a. diverse Verkadealbums en oude aanzichtkaarten heb ik bij Hendrik gekocht’ Toen ik Hendrik al een jaar of 10 kende en ik weer eens tijdens een mooie zonnige dag tijdens het fietsen even bij hem langs ging, en niet langer gezien het mooie weer dan tien minuten wilde gaan kijken tussen zijn boeken, zij hij na vijf minuten nadat ik binnen was gekomen. ‘Gerrit hoe lang blijf je denk je, ongeveer anderhalf uur ?, want dan ga ik even boven slapen en dan zie ik je straks wel weer als ik wakker word’. ‘En mocht er een klant komen leg het geld hier maar op tafel’. Mooi hé dat vertrouwen. Maar ik moest Hendrik teleur stellen, en liet hem weten gezien het mooie weer dat ik verder wilde fietsen.’ Is goed hoor’ zei hij voorover gebogen kuchend’ Ik doe de winkel wel dicht, je gaat toch zo hé’ ? zich in de ogen wrijvend van de slaap of rook van zijn sigaret. Later hoorde ik dat Hendrik enige maanden later was overleden, zijn vrouw belde mij of ik zij de door mij gemaakte foto van Hendrik mocht gebruiken voor een artikel in een plaatselijke krant en voor het overlijdensbericht. Natuurlijk gaf ik haar mijn toestemming. Als ik nu weer eens door Naarden fiets kijk in nog even bij de voormalige winkel van Hendrik, Het is nu een woonhuis geworden. Maar Hendrik en zijn prachtige oude boekenwinkel zijn voorgoed uit de tijd, en eigenlijk als in in Naarden ben mis ik hem wel, omdat ik niet even meer bij hem naar binnen kan wippen, een babbeltje maken en tussen de hoog schuin soms stoffige opgestapelde boeken kan snuffelen.