Toen ik omstreeks 1963 in de 5e klas van mijn lagere school ‘School met de Bijbel’ in Wijk bij Duurstede zat en les kregen van onze goede meester Jan van Dijk speelden wij als schoolkinderen vaak in de Mazijk en Langs de Wal voor de in de stadsmuur gebouwde woning van mijn ome Theus en tante Jans Marchal. Dit stukje straat noemden wij het ’tollestraatje’ omdat wij schoolkinderen hier met onze tol en stokje, met daaraan vastgebonden stukje vliegertouw konden tollen en ook knikkeren in met onze schoenhak in de grond gedraaid rond holletje. Met onze geschilderde kleiknikkers en prachtige glanzende doorschijnende knikkers en ‘bikkels’ waren de knikkerspelletjes onderling spannend en zaten wij op onze platte handen en knieën op de straatklinkers en deden dapper onze best zoveel mogelijk en mooie knikkers te winnen. Heel af en toe kwam er rustig een auto voorbij rijden en gingen wij even aan de kant van de straat staan. Zo af en toe speelden wij op het kasteelbos waar soms een hardschreeuwende pauw zijn prachtige verenstaart plots openklapte op het kasteeleiland in de schaduw van het donjon. Hoog en raadselachtig torende het kasteel in onze kinderogen tussen de oude bomen omhoog en weerspiegelde in de donkere kasteelgracht. Hadden hier vroeger ridders gereden op hun briesende paarden ? Er was weinig voor nodig om bij het zien van het kasteel en verbrokkelde dikke muren de jongensfantasie aan te wakkeren. In de Mazijk, tegenover ons schoolplein klommen wij in de oude knoestige lindenbomen en trapten onze schoenneuzen kaal door deze in de voegen van de muren, die links en rechts in de Mazijk stonden, te plaatsen en naar boven te klimmen. Vaak lukte dat en konden armenzwaaiend voorzichtig over de muren lopen. Ik kreeg thuis gekomen wel eens op mijn dak van mijn moeder als zij mijn kale schoenneuzen zag. ‘Zo kan je er toch niet bijlopen, wat zullen de mensen wel niet denken’ zei moeder dan hoofdschuddend, ‘hup ga je schoenen maar poetsen, je moet zuinig zijn op je schoenen, vader moet er hard genoeg voor werken’ kreeg ik als opdracht en opvoeding. Ik weet nog dat mijn klasgenoot Frans de Rooy, met de bijnaam ‘Rassepiemel’ aan het eind van de schooldag op het muurtje tegenover het schoolplein stond en hij tot mijn verbazing met zijn mond ver open gespreid een wonderlijke harde boer liet. Ik en andere kinderen lagen dubbel van het lachen, zoiets had ik nog nooit gehoord. Maar ik was zo onder de indruk van Frans zijn boer dat ik dapper de dagen daarna, door lucht in te slikken probeerde net zo hard als Frans te kunnen boeren. Of ik dat in mijn ogen toen onhaalbare niveau van Frans ooit heb gehaald weet ik niet maar tot moeders verdriet kon is soms flink boeren laten tijdens mijn dagelijkse oefeningen en zei zij dan ‘hou eens op met dat smerige geboer’. Op een goede dag, ja wanneer zal dat geweest zijn 1963..1964 ik weet het niet meer precies, waren mannen met scheppen en spaden de tuin gelegen achter Amstelwijk en aansluitend aan de Mazijk, tegenover ons schoolplein aan het opengraven. Na enkele dagen graven kwamen er in mijn ogen een paar brede stenen brokkelige muurtjes te voorschijn en een paar ronde putten, die gedeeltelijk met water waren gevuld. Wij als jochies renden aan het einde van de schooldag als de opgraafmeneren er niet meer waren over de muurtjes en speelden tikkertje. Mij zijn altijd de vreemde stenen bouwsels bijgebleven, en jaren lang tot op de dag van vandaag heb ik mij afgevraagd wat hier toen omstreeks 1963 door de mannen is blootgelegd. Nooit ben ik daarachter gekomen, maar altijd, ook nu nog ben ik benieuwd wat voor soort bouwsels dit waren. Of het mannen van de ROB ( Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek ) uit Amersfoort waren weet ik niet. Wel weet ik dat de ROB op 12 juni 1967 in Wijk bij Duurstede met opgravingen begonnen zijn. Weet iemand misschien iets van deze opgravingen in de tuin van Amstelwijk ? Bovendien zijn op een geven moment, enige weken later de opgravingen in de tuin van Amstelwijk gestopt en is alles weer met grond bedekt. Vaak als ik door de Mazijk wandel denk ik nog wel eens aan deze opgravingen. Zouden de oude toen gevonden bouwsels en waterputten nog steeds onder het maaiveld liggen ? Ik denk het wel. Bijgaande foto heb ik gemaakt in 1981 van de Mazijk en de achterzijde van Amstelwijk. m.v.g. Gerrit.
Geef een reactie